USP marketing consultancy is benieuwd hoe project ontwikkelaars tegen de Tiny House trend aankijken en hoe groot de bereidheid is bij sociale huurders om naar een Tiny House te verhuizen. USP’ers Remco Hoeffnagel en Lisan van den Heerik doken vol enthousiasme in de toekomst van klein wonen en leven.
1 op de 10 huurders wil in een Tiny House wonen
Voor het huurdersonderzoek onder 350 Nederlandse sociale huurders definieerde Lisan een Tiny House als een flexibele woonruimte van maximaal 50 m2, die geheel zelfvoorzienend is. De woning kan overal (tijdelijk) worden geplaatst en is milieuvriendelijk gebouwd. Ruim 1 op de 3 huurders geeft aan positief te staan tegenover het concept van een Tiny House. 1 op de 10 huurders heeft zelfs daadwerkelijk interesse om in de toekomst in een Tiny House te wonen.
Gemiddeld willen huurders voor hun woning een oppervlakte van 87 m2. Dus het kleine oppervlak vormt wel een drempel. Maar de lage kosten en de gemakkelijke verplaatsbaarheid worden als grote voordelen gezien. Ook de duurzaamheid en de milieuvriendelijkheid van een Tiny House worden gezien als een pré. Flexibele inrichting, bijvoorbeeld door de hoogte goed te gebruiken, kan het concept nog aantrekkelijker maken.
Het interieur van de Micro Compact Home
Lisan concludeert: Tiny Houses zijn zeker een mooi concept voor woningcorporaties. De woningen kunnen snel gefabriceerd worden, zijn duurzaam en zijn flexibel inzetbaar. Met een Tiny House kan tegemoet worden gekomen aan de grote, maar soms tijdelijke, vraag naar woonruimte door bijvoorbeeld studenten, spoedzoekers of vluchtelingen. Locatie en de aanwezigheid van faciliteiten spelen hierbij wel een belangrijke rol.
Kleine initiatieven maken de markt volwassen
Remco interviewde Hans-Hugo Smit, gebiedsmarketeer en conceptontwikkelaar bij BPD projectontwikkeling. Hans-Hugo realiseerde, in samenwerking met de gemeente Den-Haag, Tiny House village Erasmusveld.
‘De interesse in het concept Tiny House is zeker merkbaar bij BPD’, vertelt Hans-Hugo. USP kijkt in het onderzoek specifiek naar de behoefte onder sociale huurders. Een doelgroep die zich kenmerkt door een besteedbaar kader. Een logisch gevolg is dat hun interesse voor het concept ‘Tiny House’ financieel gedreven is.
Hans-Hugo herkent echter ook interesse onder een andere doelgroep. ‘Er is een specifieke groep, in volume aanzienlijk kleiner, die geïnteresseerd is door de intrinsieke motivatie om autarkischer te wonen en leven. Zij kenmerken zich door behoefte aan een drastische systeemverandering, hoge mate van duurzame betrokkenheid, verbondenheid met de natuur, flexibiliteit en het nastreven van een bijna simplistische manier van leven.’
Studenten hebben weinig ruimte nodig – Marcel van Mierlo
In tijden van woningtekort wordt de behoefte aan Tiny Houses onder de verschillende doelgroepen gedeeld. De duur van de behoefte kan echter wel verschillen. Studenten hebben bijvoorbeeld weinig ruimte nodig en zoeken goedkope woningen om voldoende geld over te houden om te leven. Hier is sprake van een financieel gedreven motivatie. Na het afstuderen zal er echter behoefte ontstaan om groter te gaan wonen met meer spullen waardoor de financieel gedreven motivatie afneemt. Het concept Tiny House kan binnen deze doelgroep circa 5 tot 10 jaar relevant zijn. Daarentegen zullen mensen met een ideologisch koopmotief naar waarschijnlijkheid langer de behoefte vasthouden.
Proeftuin Erasmusveld, Den Haag
Er zijn nog wel wat bottlenecks bij de realisatie van Tiny Houses. ‘Gemeenten staan over het algemeen niet te springen om wildgroei van tijdelijke huisvesting.’ Toch zijn er uitzonderingen. Zo experimenteerde BPD met de gemeente Den Haag op de Proeftuin Erasmusveld met een Tiny House Village. Hier wordt de ontwikkeling van een woonwijk waar de thema’s gezond, stads en samenleven centraal staan, door de tijdelijke bewoning op innovatieve wijze ondersteund. ‘De daadkracht en vasthoudendheid van zowel ons interne team als de wethouder speelden daarbij een cruciale rol’ aldus Hans-Hugo.
Het gedachtengoed achter Tiny Houses – het flexibele, zelfvoorzienende, minimalistische en met de natuur verbonden zijn- zou een plek verdienen binnen gebiedsontwikkeling. ‘Het zou bijvoorbeeld voor een mooie overgang kunnen zorgen tussen natuur en stadsrand. Daarnaast kan het flexibele karakter van het concept bijdragen aan het oplossen van tijdelijke vestigingsproblemen’.
Proeftuin Erasmusveld, Den Haag
De verwachting van USP is dat kleine initiatieven rondom het concept de vraag in de markt volwassen maken en dat het uiteindelijk onderdeel wordt van de maatschappij. Hoe snel dit proces gaat is volledig afhankelijk van de marktontwikkelingen op macroniveau.
Bron: USP-MC
Geef een reactie