Sinds 1 januari 2024 is de nieuwe omgevingswet van kracht. Een veelomvattend geheel van 26 wetten en een paar honderd regelingen. Complexe materie? Zeker! Maar de wet biedt ook kansen voor mooie nieuwe initiatieven, zoals off-grid Tiny Houses.
Arnoud Hoekema heeft onlangs zijn vierdejaars stage-opdracht succesvol afgerond op dit onderwerp in opdracht van Energy Transition Centre (EnTranCe) van de Hanzehogeschool Groningen. Hij heeft voor zijn studie, HBO Rechten, onderzocht welke beoordelingsruimte gemeenteambtenaren in de nieuwe omgevingswet hebben bij het realiseren van off-grid Tiny Houses. Afstudeerbegeleider Ron de Vrieze ziet in het onderzoek een logisch vervolg op het onderzoek van Jolinde Kerbof, waarover TinyFindy eerder een blog schreef:
‘Jolinde heeft zich vorig jaar verdiept in de regels en wetten rondom off-grid wonen en de mogelijkheden om daarvan af te wijken. Maar inmiddels leven we in een nieuwe werkelijkheid met de recent in werking getreden omgevingswet. Arnoud heeft onderzoek gedaan naar de wijzigingen in de wet- en regelgeving en een specifiek onderzoeksdoel toegevoegd: Welke beoordelingsruimte is er voor gemeenteambtenaren in de omgevingswet als het gaat om off-grid wonen? Super interessant voor Tiny House liefhebbers, die het plan hebben om off-grid te gaan wonen!’
Theoretisch is er extra beoordelingsruimte!
De omgevingswet integreert verschillende oude regelingen, maar biedt ook extra ruimte aan flexibel ruimtelijk beleid. Arnoud legt uit wat dat betekent: ‘Wat betreft off-grid wonen zie je verschuivingen in de benadering van: ruimtelijke ordening, vergunningverlening en handhaving. De opbouw van de omgevingswet biedt gemeentes de mogelijkheid om specifieke regels en beleid voor off-grid wonen te maken. Deze instrumenten dienen als juridische basis voor het mogelijk maken van nieuwe woonvormen. Uit het theoretische deel van mijn onderzoek blijkt dat de omgevingswet gemeentes ook echt meer beleidsvrijheid biedt bij het inzetten van de omgevingsvisie, het omgevingsplan, de omgevingsvergunning en het projectbesluit.’ Theoretisch hebben gemeentes dus meer ruimte om beleid te formuleren dat off-grid wonen ondersteunt.
Foto: Villa Tinnie, Tiny Works
Is er ook praktisch extra beoordelingsruimte?
Uit het praktijkonderzoek, dat Arnoud heeft uitgevoerd bij 3 gemeentes blijkt dat deze ook daadwerkelijk gebruik willen maken van de beleidsvrijheid bij het vormgeven van omgevingsplannen voor off-grid wonen: ‘De toepassing ervan varieert, afhankelijk van lokale omstandigheden, politieke samenstelling- en besluitvorming en behoeften van de gemeenschap. Starters kunnen bijvoorbeeld leren van off-grid wonen/Tiny House pilots die door gemeentes zijn geïnitieerd. Deze pilots fungeren dan als leermogelijkheden en tonen de effectiviteit van beleidsvrijheid in de praktijk.’
De invulling van beleidsvrijheid in de praktijk blijkt verschillend te zijn per gemeente: de een experimenteert en staat open voor kleinschalig wonen, terwijl de ander zich strikter houdt aan bestaande regelgeving. Deze verschillen hangen af van de interpretatie en benadering van ambtenaren binnen de gemeentes.
Arnoud snapt het wel: ‘De beleidsvrijheid die aan gemeentes wordt toegekend binnen de omgevingswet- en regelgeving blijkt een cruciale rol te spelen in de inzet van juridische instrumenten, met name bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor off-grid wonen. De complexiteit van off-grid wonen, inclusief aspecten zoals duurzaamheid, zelfvoorzienendheid en ruimtelijke ordening, vereist gedegen afwegingen. Gemeentes maken gebruik van hun beleidsvrijheid om deze afwegingen te maken en om juridische instrumenten in te zetten die passen bij hun lokale context en doelstellingen. Het gebalanceerd waarborgen van ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid, en individuele vrijheid is een uitdaging waar beleidsmakers dagelijks mee worden geconfronteerd.’ Daarbij zijn lokale politieke samenstelling, stedelijke of landelijke karakteristieken, en burgerinitiatieven van invloed op de beleidsvrijheid en de gekozen inzet van juridische instrumenten.
Nieuw: De experimenteerbepaling
Er kan dus per gemeente nog altijd verschillend worden omgegaan met de extra beleidsvrijheid binnen de omgevingswet. Arnoud: ‘Klopt, maar mensen die off-grid willen wonen hebben ook na de in werking treding van de Omgevingswet genoeg mogelijkheden om te ontkomen aan de willekeur van beleidsvrijheid. Je blijft de mogelijkheid houden om met gemotiveerde gelijkwaardige oplossingen af te wijken van de regelgeving. En wat nieuw is binnen de omgevingswet is de experimenteerbepaling.’
Arnoud is enthousiast over de nieuwe bepaling: ‘De experimenteerbepaling is bedoeld om extra ruimte te bieden om af te wijken van bepalingen in onder andere de omgevingswet. De bepaling biedt een oplossing voor projecten die gericht zijn op verbetering van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving of de besluitvorming daarover, maar die niet gerealiseerd kunnen worden onder de geldende regelgeving.’ De experimenten worden bij algemene maatregel van bestuur aangewezen. Daarbij wordt ook bepaald welke afwijking is toegestaan en hoelang de afwijking mag duren. Afwijken is alleen toegestaan als dit niet in strijd is met internationale verplichtingen zoals EU-richtlijnen.
Verbeterdoelen van de nieuwe omgevingswet
Het doel van de nieuwe omgevingswet is een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit te bereiken en in stand te houden, en deze fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke functies doelmatig te beheren, gebruiken en ontwikkelen. Er zijn enkele ambitieuze verbeterdoelen geformuleerd:
- vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht
- bewerkstelligen van een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving in beleid, besluitvorming en regelgeving
- vergroten van de bestuurlijke afwegingsruimte, door een actieve en flexibele aanpak mogelijk te maken voor het bereiken van doelen voor de fysieke leefomgeving;
- versnellen en verbeteren van de besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving
Tekst en illustraties: Marcel van Mierlo
Geef een reactie