Dit jaar bestaat TinyFindy 5 jaar, een mooie aanleiding om enkele enthousiaste TinyFindy deelnemers te vragen naar hun ervaringen in de Tiny House markt en hun toekomstverwachtingen.
Architectenbureau Woonpioniers is opgericht in 2015, maar haar activiteiten in de wereld van kleine gebouwtjes gaan verder terug. Founder architect Daniël Venneman herinnert zich die tijd goed:
‘We bouwden Tiny Houses avant-la-lettre, in de overtuiging dat het echt anders moest. We ontwikkelden het ‘Hermit House’ concept, dat uitgaat van architectuur met minimale middelen. Platen worden samengevoegd tot zelfdragende elementen die je kunt schakelen. Het ‘vouwen’ van een minimale hoeveelheid materiaal zorgt voor de stijfheid. We maakten een open source ontwerpmodule. Iedereen kon ermee spelen en een eigen model ontwerpen dat automatisch werd omgezet in zaagplannen. Het ging ook over doe-het-zelf, over de vraag wat je nou écht nodig hebt, over zelfvoorziening en over direct contact met de natuurlijke omgeving. We bouwden de huisjes zelf en hebben al doende de filosofie ontwikkeld op basis waarvan we vandaag nog steeds werken.’

De introductie van Tiny Houses in Nederland fungeerde als katalysator voor de doorontwikkeling: ‘We werden al snel benaderd om een Tiny House on Wheels te ontwerpen en bouwen. Samen met Jelte Glas bouwde ik de “Porta Palace”, een van de eerste Tiny Houses van eigen bodem die uitgebreid in het nieuws is geweest.’
En van het een komt het ander: ‘We maken nu ontwerpen op allerlei schaalniveaus. Van houten CPO gebouwen (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap), deelerven, tot gebiedsvisies. Ook ons gebouwconcept Indigo is gestart als Tiny House. We ontwerpen nog altijd vanuit dezelfde filosofie: vanuit de bewoners zelf, terug naar de kern en met respect voor de aarde. Waarbij onze experimenten ons hebben geleerd hoe je eenvoudig kunt bouwen en dicht bij de natuur kunt blijven.’

Sprout concept
In het begin leverden de Woonpioniers vooral custom ontwerpen: ‘Elk huisje werd op een unieke manier afgestemd op de bewoner(s). Soms voor zelfbouw, bijvoorbeeld voor Mike en Floor, soms voor bouw door professionele bouwers, zoals dit Tiny House voor een stel in Schotland dat door Liberté werd gebouwd. Elk huisje was een experiment.
Met de stijgende prijzen merkten we dat dit niet langer bevredigende resultaten opleverde. 100% custom werd qua proces te duur. Het werd tijd om de “lessons learned” te verwerken tot één helder concept.’ En dat is “Sprout” geworden, een Tiny House + kas. Marjolein Jonker woont ook in een Sprout.
Nog steeds biedt Sprout ruimte voor individuele keuzes, bijvoorbeeld in de vorm van de kas, en op interieur- en gevel niveau: ‘Maar door uit te gaan van een vaste basisopzet, kan je sneller van start met een project en voorkom je dat je het wiel telkens opnieuw gaat uitvinden. Voor de opdrachtgever heeft dit als voordeel dat we al vanaf het begin transparant kunnen zijn over prijzen. Je kan bij de tekentafel gewoon zeggen: “Als dit is wat je wilt, dan weet ik uit ervaring dat het ongeveer zoveel zal kosten.”

Na de schetsfase liggen de belangrijkste kostenbepalende keuzes vast. Onze Sprout’s kun je behoorlijk naar eigen inzicht aanpassen en dan bewijst het concept toch steeds weer zijn sterkte. Ook in architectonisch opzicht, trouwens. Zonder teleurstellingen en doodlopende ontwerprichtingen, en met een overzichtelijk vervolgproces. Onze woningen zitten daarmee tussen architectuur en productontwerp in.
We worden er overigens niet echt rijk van, maar dat hoeft ook niet. Het mooiste vind ik, dat we op die manier mensen kunnen helpen, die een persoonlijke stap nemen om, met hun woning en een andere meer bewuste levensstijl, radicaal hun footprint te verkleinen. Een stap die voor de buitenwereld misschien een stap achteruit lijkt, maar in feite een enorme stap voorwaarts is. Je ziet mensen soms echt opbloeien!’

Sociale impact
Wonen in een Tiny House gaat volgens Daniël veel verder dan alleen het kiezen voor een kleine leefruimte: ‘Drastisch downsizen van je vraag, en dus van je consumptiegedrag, heeft tot gevolg dat je meer vrijheid krijgt om zelf te bepalen hoe je wilt wonen. Je wilt misschien wel meer buiten je huis wonen of je wilt behalve een tuin nog andere voorzieningen met je buren delen. Dan houd je ineens geld over om aan andere dingen te besteden. En wonderbaarlijk genoeg blijken mensen dan ineens ook meer tijd te hebben, of in ieder geval de indruk van meer tijd. Eigenlijk ontsnap je een beetje aan het systeem. Die mentale bevrijding is in mijn ogen een kleinschalige maar belangrijke vorm van democratisering door middel van architectuur. Ik vind dat heel inspirerend.’
Daniël heeft wel opgemerkt dat de discussie rondom Tiny Housing soms totaal voorbijgaat aan die essentie: ‘Ik ben er wel eens van beschuldigd dat ik mensen tegen hun wil in kleine huisjes zou stoppen. Onzin. Dat is dus precies níet waar het om gaat. Maar ook als je Tiny Housing wilt zien als de oplossing voor alles loop je natuurlijk vast. De werkelijke betekenis ervan is het bewustwordingsproces dat eraan ten grondslag ligt en dat kan je best een kleine revolutie noemen.’

Positionering in de bouw en de stedebouw
Wat Daniël soms moeilijk vindt is hoe de term Tiny House een containerbegrip is geworden: ‘Noem je alles dat kleiner is dan 50m2 Tiny? Ook al is het een soort “one-size-fits-all massa-is-kassa” of een recreatieconcept? Volgens mij niet. Het pionieren is er een beetje af en de markt heeft zich geprofessionaliseerd. Dat is niet erg. Goed zelfs. Maar volgens mij moet je voorzichtig zijn de term overal op te plakken.’
‘Wat ik echt mooi – fantastisch zelfs – vind, is dat Tiny Housing zich inmiddels gevestigd en bewezen heeft als volwaardige nieuwe smaak in het stedenbouwkundige palet. Het tijdelijke is eraf. Er worden nu nieuwe permanente woonwijken gepland, waarin vanaf het begin, ruimte wordt gereserveerd voor Tiny Houses. Olstergaard in Olst, OpJeStek in Deventer. Techum, Den Helder, Beilen. En ik vergeet vast nog veel plekken.’

Geef een reactie